TIKB Site – Maasmechelen

Opdracht: Masterplan voormalige TIKB-site Eisden Maasmechelen

Opdrachtgever: Domum projectontwikkeling

Team: THV PCP architecten – Geosted bvba

Ontwerp: 2017

Status: Uitvoering

Het plangebied is gelegen aan de Paul Nicoulaan te Eisden/Maasmechelen en is de site van het voormalige “Technisch Instituut van het Kempens Bekken” (TIKB).
Het plangebied bevindt zich op een bijzondere plek in Eisden waar 2 ontwikkelingszones mekaar ontmoeten: Enerzijds vormt het de uitloper van Eisden-Tuinwijk, het deel van Eisden dat in de 20e eeuw werd gebouwd ten westen van de Zuid-Willemsvaart, ten behoeve van de arbeiders van de Steenkoolmijn van Eisden. Anderzijds bevindt het zich aan de rand van een meer hedendaagse (of zelfs toekomstige) ontwikkeling waarin zich enkele grote commerciële vestigingen (Decathlon, ...), sportinfrastructuur (voetbalclub Patro-Eisden, ...) bevinden. Een ontwikkelingsstrip die de toekomstige “Light-rail” zal dragen en als as eindigt tegen de voormalige mijngebouwen van Eisden-mijn.
Het perceel neemt door zijn huidige bestemming/maat een vreemde positie in. De nieuwe (woon)ontwikkeling zoekt, na afbraak van de bestaande gebouwen op de site, aanhechting binnen het aanwezige weefsel. De perceelsstructuur, de aanwezige bebouwing, de sterke groenstructuren, worden opgepikt, geïnterpreteerd en waar mogelijk zelfs versterkt. Tegelijk zal de planzone, door zijn positie op het einde van de nieuwe “ontwikkelingsstrip”, mee bijdragen in de aankondiging van de mijnsite. Dit vraagt een sterke wandvorming.
De nieuwe percelen en bebouwing zullen zich integreren qua schaal en positie. Door de vrijere opstelling van de nieuwe gebouwen, twee -en driewoonsten met voor- en/of achtertuinen, door toevoeging van kwalitatieve groenelementen, ter ondersteuning van het reeds aanwezige groen, krijgt de “tuindorp”gedachte een nuancering. Deze nuance is tegelijk nodig om de overgang te maken naar de ‘noodzakelijke’ bebouwingswand aan de straatzijde.
Dit ontwikkelingsvoorstel sluit een mogelijke herinterpretatie van de groenruimte ten noordwesten ervan niet uit: een mogelijke inbreiding ‘wonen in het groen’ op de grote percelen zou onderwerp kunnen zijn van een nieuwe denkoefening. Er wordt nu reeds rekening gehouden met een mogelijke koppeling aan/doorwading van de naastliggende percelen.
Naast de dimensies van de footprint zullen ook de volumes een gepast antwoord moeten bieden op de context. De bebouwing evolueert spiraalvormgewijs vanuit het binnengebied naar de straat om in het meest noord-oostelijke deel van het terrein een toekomstige overgang te maken naar een bebouwingswand met een hoge dichtheid van 4 tot 5 bouwlagen.